Oscar Saiz heeft zelfs de grootste twijfelaars fatsoenlijk van een berg leren gaan
Tekst Rik Booltink Fotografie FUTURUM, Cor Vos
“We besteden aandacht aan de klim, aan de tijdritpositie. Maar de afdaling? Steeds vaker beseffen we dat we een koers in een afdaling kunnen verliezen. Zeker nu het normaler wordt om na de bergtop in de aanval te gaan.” Aan het woord is Oscar Saiz, de 48-jarige Spanjaard die zestien jaar lang op het hoogste mountainbikeniveau heeft gepresteerd. Inmiddels is hij al veertien jaar actief als coach, vooral in het mountainbiken. Wegprofs en -teams benaderen hem zo nu en dan voor techniek- en daaltrainingen. Niet zonder reden: in zijn jaren als downhiller heeft hij naam gemaakt als voortreffelijk afdaler met uitstekende technische vaardigheden. “Iedereen kan het afdalen leren, want er zijn geen grote geheimen. Hoe goed je wordt, is natuurlijk afwachten. Iedereen is een beetje anders. Iedereen heeft een ander niveau, andere kwaliteiten en een ander profiel. Ik vergelijk het vaak met de fysiologische kant van wielrennen: renners willen sterker worden. Maar de een ontpopt zich tot een rassprinter, de ander tot een klimmer. Dat heeft onder meer met de persoon te maken, met het talent en de aanleg. Heb je die, dan is het gemakkelijker om de prestaties een stevige push te geven.”
Regel 1: draag altijd een helm
Hoe je een afdaling ook aanvliegt, veiligheid moet voorop staan. Draag daarom altijd een helm. ABUS heeft nu de ABUS Gamechanger 2.0 op de markt. Een betere pasvorm, nog meer aero, vette looks en natuurlijk extreem veilig! Check ze hieronder.
De geboren afdaler krijgt volgens Saiz genetisch gezien een tweetal zaken mee. Allereerst het cognitieve vermogen om omgevingen en wegen goed in zich op te nemen. “Heb je als wielrenner een goed cognitief vermogen, dan kun je de ideale lijn heel gemakkelijk vinden. Je kiest hem, zoals een Formule 1-coureur dat op het circuit doet. Vervolgens pas je je snelheid aan de lijn aan, je anticipeert voortdurend.” Het tweede is een bovengemiddeld goede omgang met de fiets. Je beschikt over een flinke portie technische vaardigheden en bent een met de fiets. Zo heb je meer controle en vergroot je het vertrouwen. “Goede techniek is om zoveel redenen belangrijk. Hoe vaak komt het niet voor dat er plotseling een hond de weg oversteekt, dat er iemand voor je een gekke remmanoeuvre uitvoert of dat er een bidon uit de houder bij iemand uit je groepje valt? Het is dan bijzonder gemakkelijk als je met een goed uitgevoerde bunny hop snel over de drinkbus kunt springen. In combinatie met je cognitieve vermogen kun je de situatie en gevaren heel goed en daar vroegtijdig op anticiperen.”
Pionieren
Verschil maken in de afdaling, het gebeurt steeds vaker in profverband. Afgelopen voorjaar trok Matej Mohorič de Italiaanse klassieker Milaan-San Remo naar zich toe na een razendsnelle afdaling van de Poggio. In 3 minuten en 35 seconden was hij beneden. Mohorič baarde opzien door een dropper seatpost te gebruiken, mountainbiketechnologie waarmee je de hoogte van het zadel kunt aanpassen. Door het zadel te verlagen in de afdaling, kon hij zich klein en compact maken, en dus was hij een stuk aerodynamischer dan zijn concurrentie. “In het verleden was ik een pionier bij de introductie van de dropper seatpost in de cross-country. Als ik die aanbeval bij mountainbikers, keken ze me aan alsof ik gek was geworden. Nu zeg ik al een jaar of vijf tegen profs en teams met wie ik samenwerk: ‘Gebruik een dropper seatpost!’. Die maakt het allemaal zoveel eenvoudiger. Je verlaagt het zwaartepunt. Dat is één. Het bochtenwerk wordt ook een stuk gemakkelijker. En tegelijkertijd ben je aerodynamischer. Je kunt in een supercompacte vorm van de berg af. Een beetje zoals in de super tuck-houding, zonder dat je echt op de bovenbuis leunt, wat de UCI heeft verboden.”
Mollema en Kruijswijk gingen op cursus bij Saiz
Er zijn genoeg andere fietsonderdelen die een goede, veilige afdaling bevorderen. “De schijfrem is natuurlijk prettig, want je hebt meer en goed doseerbare remkracht, ook bij slecht weer. Voordat je een bocht ingaat, heb je al perfect snelheid kunnen minderen. De ontwikkeling naar een bredere bandenstandaard is ook welkom. De grip is beter. Waar wat mij betreft nog wel verbetering in mogelijk is, is de frames. Er zijn merken met super aerodynamische frames. Lekker stijf, voor in de sprint. En andere frames zijn vederlicht voor in de bergen. Ik mis voor mijn gevoel nog een fiets die iets meer compliant is bij hogere snelheden, dus als je afdaalt. Ik wil graag een fiets die in de afdaling iets meer vergevingsgezind is. Iets minder fragiel.”
Die ontwikkeling komt er vanzelf, zeker als de afdaling zo’n belangrijk onderdeel blijft. “Een fiets lijkt weinig te veranderen, maar het tegendeel is waar. De industrie gaat altijd vooruit, ook al wordt er in de wielersport vaak best traditioneel gedacht. Wat je binnen nu en twintig jaar op racefietsen gaat zien – denk niet dat ik drugs heb genomen… – is veersystemen met een hydraulische bediening. Je kunt die inschakelen als je hem nodig hebt. De systemen zullen niet zoveel veerweg als op de mountainbikes hebben. Nee, het gaat gewoon om een klein beetje vering om de fiets meer compliant te maken. Ik denk dat daar veel kansen voor liggen. Want in tegenstelling tot wat je zou denken, zijn heel veel wegen hobbelig. Met een suspension kun je oneffenheden wegfilteren.”
Jouw essentials voor fietsen in de bergen
Daalangst
Renners als Robert Gesink, Bauke Mollema en Steven Kruijswijk gingen in het verleden al op cursus bij Saiz. Zij stonden versteld hoeveel later zij voor bochten in afdalingen konden remmen. Ook leerden zij met hun lichaamsgewicht en houding te spelen, zodat ze sneller en veiliger door de bocht kwamen. Victor Campenaerts ging ook bij hem in de leer. “Tot die training had ik in elke scherpe bocht grote kans dat ik onderuit zou gaan. Nu blijf ik tenminste wel recht”, zou hij Saiz toevertrouwen. Thibaut Pinot klopte vanwege zijn daalangsten aan. “De beste daler van de wereld zal ik nooit worden, maar dankzij de adviezen van Oscar zit ik nu tenminste een stuk zelfverzekerder op de fiets.”
“Deze mannen hebben vanwege hun ervaring een behoorlijk technisch niveau. Een hoog technisch niveau betekent ook een hoog kennisniveau. Je begrijpt dingen zo beter. Dat leidt er weer toe dat je je snel comfortabel voelt”, zegt Saiz. “Maar je hebt ook de mensen met veel minder ervaring. Wat je veel ziet is dat mensen op de fiets springen en trappen, iedereen kan dat. De een gaat snel, de ander langzaam. De een trapt efficiënt, de ander niet. Ze denken verder niet veel kennis nodig te hebben. Toch is een goed begrip van belang. Want je werkt met een instrument, een fiets. Je moet die goed kunnen berijden. Het is niet alleen een kwestie van watts op de cranks brengen. Ik ben vaak verrast hoeveel ik mensen kan bijbrengen. Mensen voelen zich al snel comfortabel, het zelfvertrouwen en plezier nemen zo toe.”
Saiz bewaart goede herinneringen aan zijn daalsessies met Anna van der Breggen. “Anna was een perfecte leerling. Ze was heel relaxed. Dat is op zich goed, maar kan ook een zwak punt zijn, want in de afdaling moet je juist heel alert zijn. Op de weg, maar ook op anderen die kunnen aanvallen. Ik voelde bij Anna al heel snel commitment. Ze knoopte alle aanwijzingen in haar oren en nam die mee naar huis voor integratie in de training. Dat klinkt simpel en vanzelfsprekend, maar is het niet. Ik heb haar later goede daaltechnieken zien toepassen bij de vele solo’s.”
Bij de mannen verbaasde Saiz zich naar eigen zeggen over Michael Woods. “Hij had bij zijn entree in het peloton totaal geen idee wat dalen is. Hij zei: ‘Als ik een succesvolle prof wil zijn, moet ik het dalen beter doen’. Hij kwam bij me, via een sportdirecteur die ik goed ken, en heeft een jaar intensief bij me getraind. Hij verbeterde enorm. Hij vertelde ook hoeveel beter hij werd, hoe hij dat voelde. Is Woods nu de beste daler van het peloton? Nee, dat zeker niet. Maar hij is goed genoeg om zonder kleerscheuren door de afdaling te komen. Voor mij is dat heel bevredigend.”
Praktische tips van Oscar Saiz
Handen in de beugels
In de afdaling rijd je te allen tijde met je handen onder in de beugels, dit voor maximale controle. Zou je de handen bovenop houden, dan is de kans groter dat je de grip op het stuur kwijtraakt, bijvoorbeeld als je over een slecht wegdek of over een steentje rijdt. Daarnaast kun je met de handen in de beugels beter remmen en de remkracht veel beter doseren. Bijkomend voordeel is dat je in een gemiddeld lagere positie komt te zitten. Je verlaagt het gewicht voor een betere wegligging.
Kijk ver voor je uit
Als je goed wilt kunnen anticiperen op hetgeen je te wachten staat, kijk je ver voor je uit en scan je de weg en route. Je merkt tegemoetkomend verkeer op en ziet het vroeg genoeg als er bijvoorbeeld een grote steen op het wegdek ligt. Het lijkt vanzelfsprekend te klinken, maar veel mensen maken de klassieke fout om kort voor het wiel of hooguit vijf meter ervoor te kijken. Extra voordeel is dat je snelheid iets lager lijkt te liggen als je verder weg kijkt.
Rem vóór de bocht
Het ideaalplaatje is dat je voorafgaand aan de bocht afremt en dan de juiste snelheid te pakken hebt waarmee je door de bocht kunt rollen. Remmen in de bocht kan ervoor zorgen dat je wegglijdt. Door niet te remmen heb je daar meer grip. Daarnaast kom je met meer snelheid uit de bocht. Als je op de rechte stukken remt, dan ervaar je de meeste remkracht met de voorrem. Veel mensen hebben de angst over de kop te slaan, gebruik de voorrem dus met beleid. Rem bij met de achterrem. Gebruik je de achterrem meer, verplaats dan gewicht naar de achterkant van het zadel zodat je druk op het achterwiel houdt. Rijd je met velgremmen en een carbon wielset, rem dan niet aan één stuk. De velgrand kan heet worden. Zó heet dat de velgrand vervormt en de binnenband klapt.
Buitenpedaal omlaag
Ga je door de bocht, dan kijk je zoveel mogelijk door de bocht heen. Je ziet dan of er tegenliggers aankomen. Is de weg vrij, dan heb je iets meer ruimte om de bocht te maken. Je drukt het pedaal aan de kant van de buitenbocht omlaag. Het pedaal aan de binnenkant staat dan automatisch omhoog en kan het wegdek niet raken. Het lichaam houd je in lijn met de hoek die de fiets maakt. Hang zeker niet over naar de binnenkant. Bij sommige renners zie je nog weleens een uitstekende knie. Die helpt waar nodig te corrigeren. Zeker op onbekend terrein kan dat van pas komen. Hiermee breng je wat extra gewicht naar de binnenkant. Vaak is het knietje een automatische reflex.
Houd je eigen tempo
Je kunt best veel van andere, goede dalers leren. Onder andere over hun lijn. Mocht je tijdens een lange bergafdaling gepasseerd worden door een renner, houd dan afstand en blijf in je eigen tempo afdalen. Dit voor maximale veiligheid. Je kunt de lijn misschien wel volgen, maar mogelijk geldt dat niet voor de technische vaardigheden op de fiets. Wellicht heeft degene voor je een veel betere omgang met de fiets. Gaat het mis, dan kan dat catastrofaal zijn. Als je vertrouwen groeit, zal je daalsnelheid vanzelf toenemen.
Repeteer
Giacomo Nizzolo weet wat het is om te motorrijden. En Primož Roglič kan terugvallen op zijn verleden al schansspringer. Beiden heren kunnen prima hun lijnen kiezen en hebben daarnaast de techniek voor elkaar. Is dat jouw zwakke plek, dan is het vooral zaak om eenzelfde afdaling steeds te herhalen. Je gaat naar beneden en kiest een geoptimaliseerde lijn. Onderweg ben je bewust bezig met je techniek. Ben je beneden, dan fiets je weer terug en daal je opnieuw, maar dan met enkele wijzigingen.
FuturumMag.20
Dit artikel is afkomstig uit FuturumMag.20, het magazine van FuturumShop. Wil je meer interviews, reviews, tips of achtergrondverhalen lezen? Klik hier voor alle artikelen uit het FuturumMag.