In iedereen schuilt een sleutelaar. Of het nu grote werkzaamheden zijn of de meest simpele klusjes, geen enkele fietser ontkomt aan het onderhoud aan de fiets. Welke onderdelen en tools heb je nodig? Wat zijn de nieuwste trends en innovaties? In de Tour de France kiest Dylan Groenewegen voor een splinternieuwe Shimano Dura Ace groep voor maximale prestaties. Maar wist je dat de nieuwste ontwikkelingen ook bij de overige groepen steeds verder worden doorgevoerd? Hoe kan je jouw kennis bijspijkeren en je fiets dus optimaal onderhouden? Wij nemen je mee in de wereld van de mechaniekers.
» Wat zijn de verschillen tussen de Shimano groep van Dylan Groenewegen én een 105 groep?
Dylan Groenewegen vetrouwd in zijn spints op de verfijnde techniek en power van de Shimano Dura Ace groepset. Maar wat zijn nu eigenlijk de verschillen van deze super high-end groepset ten opzichte van de populaire scherp geprijsde 105 groepset? Ten eerste is Dura Ace slijtvaster, zodat je meer kilometers kunt maken voordat de groepset vervangen dient te worden. Ten tweede is de groepset ook lichter van gewicht en daardoor duurzamer dan bijvoorbeeld een 105 groepset.
Daarnaast is het niet mogelijk om elektronisch te schakelen met een Shimano 105 Di2 groepset en wel met een Shimano Dura Ace Di2 groepset.
» Interview Erik Hazenberg, Shimano. Beter presteren met een goede groep
Beter presteren met een goede groep
Een goed frame is één. Maar minstens zo belangrijk aan je fiets is een goede groep: het pakket van alle componenten die nodig zijn om je fiets te kunnen aandrijven. Een lesje in techniek en innovatie met specialist Erik Hazenberg van Shimano.
Iedere fietser spreekt over groepen. Maar wat is nu eigenlijk een groep?
“Wij hebben het vaak over een drivetrain. Wat daaronder valt, zowel bij mountainbikes als racefietsen, zijn zaken als de cassette, de remmen, het crankstel, de voor- en achterderailleur en de shifters. Zeg maar alles wat nodig is om de fiets te kunnen aandrijven. Wij rekenen daarom ook de wielen en naven tot de groep. Binnen een groep zijn alle onderdelen zorgvuldig op elkaar afgestemd. Wij noemen dat system engineering. Bijvoorbeeld een Dura Ace ketting en Dura Ace cassette zijn specifiek voor elkaar gemaakt. Wat veel fietsers vergeten, is dat ook de kabels een belangrijk onderdeel van de groep zijn. Die zorgen voor de connectie tussen de componenten.”
Soms worden onderdelen van verschillende groepen gemixt. Functioneert dat minder goed?
“Ik zou het graag omdraaien: alles wat op elkaar is afgestemd, functioneert optimaal. In die situatie kunnen we ook de kwaliteit van het remmen en schakelen garanderen. Natuurlijk zijn er mogelijkheden om te mixen – Ultegra shifters en 105 remmen, bijvoorbeeld – maar we adviseren altijd om originele
componenten uit de groep te gebruiken, ook bij vervanging van remblokken, kabels en tandwielen. Zeker bij de kabels wordt nog weleens een andere keuze gemaakt. Dat kan verkeerd uitpakken. Een fietsfabrikant moet bij afmontage aan ISO-normen voldoen. Bij een mechanisch remsysteem, dus een rem die via een kabel wordt bediend, moet de fiets op tijd stilstaan. Met sommige kabels haalt het systeem de test niet. Fabrikanten zien gelukkig het nut van gebruik van originele onderdelen.”
Kunnen jullie iets afdwingen?
“Wij kunnen een fabrikant niet verplichten om onze originele buitenkabels te gebruiken. We kunnen het alleen adviseren en zeggen dat we met onze opgegeven combinatie 100 procent werking garanderen. Het enige wat wel een vereiste is: het moet technisch compatibel zijn.”
“
FABRIKANTEN ZIEN GELUKKIG HET NUT VAN GEBRUIK VAN ORIGINELE ONDERDELEN
Waarin zitten de verschillen tussen de groepen?
“Gewicht is belangrijk. Het maakt nogal verschil of je een mountainbike met Alivio of XTR derailleur hebt. Bij racefietsen speelt dit nog meer dan bij mountainbikes. Een wegrenner focust erg op gewicht, de fiets moet zo licht mogelijk zijn. Dat komt omdat hij of zij zich aan de profs spiegelt. Het nieuwste
Dura Ace crankstel (50/34) is van carbon en weegt inclusief powermeter 685 gram. Dat is echt niks, ongeveer net zoveel als een smartphone. Een Alivio-crankstel zit op ongeveer 1,5 kilo.”
En behalve gewicht?
“Dan gaat het vooral om verschillen in technologie. Bijvoorbeeld de XTR derailleur is technisch geavanceerder dan de Alivio. De XTR heeft het circlewave systeem. Daarmee schakelt en beweegt de derailleur nog nauwkeuriger en presteert hij strakker. Er zit nu een speciaal mechanisme op dat zorgt dat de derailleurkooi heel strak zit. Daardoor gaat je ketting minder klapperen en verbeteren de schakelprestaties. Ook bij de racegroepen zijn er verschillen in technologie. Naast mechanisch schakelen is het mogelijk om elektronisch te schakelen met Di2, in combinatie met synchro shift. Aan de hand daarvan kun je de fiets zo instellen dat je zelf alleen nog maar je achterderailleur hoeft te schakelen. Als jouw kettinglijn te scheef wordt, schakelt de voorderailleur automatisch naar een ander blad. Dat scheelt slijtage van de tandwielen. Deze technologie zit op Ultegra en Dura Ace Di2 bij de racefietsen en op XTR en XT Di2 bij de mountainbikes. Het leuke is: als fietser kun je door middel van een app zelf bepalen of je hem wil gebruiken of niet.”
Hoe vind je de groep die bij je past?
“Stel jezelf vragen. Wat voor type fietser ben je en hoe vaak ga je fietsen? Rij je alleen op zondag een ritje, doe je ook toertochten of rij je bij de amateurs weleens een wedstrijdje mee? Natuurlijk speelt ook het budget een rol: wat heb ik te besteden? Bij race is Dura Ace uiteraard het vlaggenschip. Maar het succes van Ultegra, de groep daaronder, is dat de kwaliteit die profs wordt geboden tegen een iets acceptabelere prijs verkrijgbaar is. Dat kan door het gebruik van andere materialen en de andere look en feel die eraan zijn meegegeven. Voor de recreanten zijn de prestaties prima. Shimano heeft een complete range aan groepen voor allerlei fietstypes.”
Worden technologieen uit de duurste groep op den duur ook toegepast in goedkopere groepen?
“Zo gaat dat inderdaad. Een goed voorbeeld is elektronisch schakelen bij racefietsen. Daar zijn we mee begonnen bij Dura Ace. Een jaar lang hebben we het alleen daarop beschikbaar gehad, daarna ging het door naar Ultegra. Ik durf wel te stellen dat de Tiagra groep van nu op het niveau zit van de
Ultegra groep van nog geen tien jaar geleden. Zo snel gaat dat. Groepen als Tiagra en Sora leveren tegenwoordig prima prestaties, het schakelt al heel mooi.”
Is het gemakkelijk om je fiets te upgraden met een kwalitatief betere groep?
“Ja hoor, dat zie je best vaak gebeuren. Iemand die net met wielrennen begint, geeft niet meteen al te veel geld uit aan z’n nieuwe fiets. Die koopt misschien een gebruikte fiets. Koop je een fiets met Sora, Tiagra of 105 en krijg je de smaak van het fietsen te pakken, dan kun je hem upgraden. Er kan goed een
huidige Ultegra groep op.”
“
KOOP JE EEN FIETS MET SORA, TIAGRA OF 105 EN KRIJG JE DE SMAAK VAM HET FIETSEN TE PAKKEN, DAN KUN JE HEM UPGRADEN
Zijn er beperkende factoren?
“Als je een schijfrem zou willen dan ben je afhankelijk van bevestigingspunten op je frame. Dus als je eerst een mechanische velgrem op je fiets had en je nu wilt overstappen naar een schijfrem, dan is dat niet mogelijk. Dan moet je echt kijken naar een andere fiets.”
Verovert de schijfrem snel terrein?
“De schijfrem op de fiets begint z’n plek te verdienen. Dat kostte best veel tijd vanwege beperkende regels van de UCI, maar het is nu geaccepteerd. Fietsfabrikanten hebben minder angst om ze te monteren, maar het is voor hen wel een uitdaging. Een fiets met velgremmen heeft vaak een dunne staande achtervork. Maar een fietsfabrikant die een schijfrem gaat monteren, moet er zeker van zijn dat z’n frame sterk genoeg is. Er komen meer krachten vrij, en bovendien op een andere plek. Dat geldt niet alleen voor de achterbrug, maar ook voor de voorvork. Een racevoorvork is vaak van carbon of van heel licht aluminium. Die moet sterk genoeg zijn om te kunnen remmen.”
Moet de consument ook ergens op letten?
“Eigenlijk niet. In het begin had je nog de keuze tussen mechanische en hydraulische schijfremmen. Nu zijn er vanaf 105 al hydraulische systemen die op oliedruk werken. De systemen met kabel zie je steeds minder, want ze bieden te weinig voordelen. De voornaamste reden om voor schijfremmen te kiezen, is dat je remprestaties constant blijven, of je nou bij droog weer rijdt of in de regen.”
Blijft er nog ruimte voor de velgrem?
“Wij staan er neutraal in en bieden de fietser nog altijd de keuze tussen hydraulische schijfremmen en velgremmen. Het zijn de fabrikant en de consument die uiteindelijk beslissen. Maar als je om je heen kijkt, zie je dat de toonaangevende racefietsmerken inzetten op schijfremmen. Het heeft ook met acceptatie te maken. Kijk naar de mountainbikes: hoeveel fietsen zie je daar nog met V-brakes? Die zijn er niet meer, je vindt alleen nog schijfremmen. Misschien gaat het met race ook zo, wie zal het zeggen?”
Jullie meest belangrijke innovatie op mountainbikegebied?
“Het mountainbiken was in de beginjaren tachtig ineens booming. Net zoals elk kind tegenwoordig een nieuwe tablet of smartphone wil, zo vroeg elk kind in die tijd om een mountainbike. Tot die tijd zag je veel mensen met een aangepaste wegfiets met een krom stuur, brede banden en een buiscommandeur van een berg afgaan en er tegenop fietsen. In 1982 produceerden en lanceerden wij met XT de eerste dedicated mountainbikegroep. Dat legde de basis voor het succes van Shimano in de mountainbikewereld. Daarna zijn we met de XTR gekomen, waarbij de R voor racing staat. Sindsdien zijn we voortdurend bezig geweest met het doorontwikkelen van groepen en componenten, puur op basis van de behoeften vanuit de markt en van de fietsers.”
Hoe gaat het doorontwikkelen eigenlijk in z’n werk?
“Voor XTR hebben we in de Verenigde Staten al jaren een zogeheten skunkteam, een groep mountainbikers die zich bezighouden met research en development. Met hen testen we ook. Daarbij praten we ook veel met professionals. Hoe willen zij het graag hebben? Als het product is zoals het moet zijn, komen we ermee op de markt en laten we de technologie ook doorsijpelen naar de niet-professionele fietsers.”
Bij racefietsen geen skunkteam?
“Een skunkteam voor racefietsen is er nooit echt geweest. Daar hebben we weer een andere groep mensen voor, hoofdzakelijk in Europa. Het zijn mensen die veel over de vloer komen bij professionele wielerteams. Van hen krijg je zoveel feedback dat je geen skunkteam nodig hebt. Voor ons is dat belangrijk, want de gewone sterveling wil graag op eenzelfde fiets rijden als de profs. Iedereen wil zich een beetje Tom Dumoulin kunnen voelen. Tegelijkertijd blijven we altijd kijken wat functioneel is voor de recreatieve fietser en wat niet.”
Is Shimano een frontrunner of volgt ze de ontwikkelingen?
“Op sommige technische vlakken zijn we de innovators, bijvoorbeeld met de XT groep voor mountainbikes of elektronisch schakelen op de racefiets. Dat geldt net zo goed voor de SPD-pedalen en Shimano Total Integration (STI), Shimano’s gecombineerde bediening van remmen en derailleurs terwijl de handen op dezelfde plek blijven. STI is in de jaren tachtig begonnen. Het viel een engineer op dat iemand z’n handen van het stuur moest halen om te schakelen. Hij dacht: dat is niet logisch, daar moet ik iets op bedenken en hij kwam met een oplossing. Het is echter niet onze drijfveer om voortdurend innovaties te presenteren. We willen dat hetgeen we maken gewoon goed is.”
Voorzichtigheid past bij Shimano?
“We doen het op z’n Japans en dragen een hele historie met ons mee waarin dit inderdaad past. Osaka is de stad van de ijzerbewerking – samuraizwaarden en meer van dat soort dingen. Shimano is hier ooit gestart met het maken van tandwielen. In het begin ging het zo van: we maken iets en gaan dat verkopen. Een beetje ouderwets. Maar wat we ook maakten, over de kwaliteit bestond nooit enige twijfel. Daarom zeg ik ook: we zijn niet de eerste die er een volgende tand op de cassette bij móet hebben of de eerste met een carbon kooi op de achterderailleur. We gaan eerder voor functionaliteit. Werkt het en heeft de fietser er daadwerkelijk iets aan?”
Wat kan de consument binnen afzienbare tijd verwachten?
“Op de achtergrond innoveren we altijd. We zijn bijvoorbeeld nu al bezig met wat we in 2022 gaan doen. Connectiviteit wordt een heel belangrijk thema, daar gaan we nog harder op inzetten, samen met andere partijen. Het is nu al heel normaal dat een auto aan zijn bestuurder laat weten als er behoefte is aan service of als er iets niet klopt. Bij een racefiets of mountainbike kan dat natuurlijk ook. Je hoeft je als fietser straks nergens zorgen om te maken, want de fiets vertelt je wat er nodig is.”
» Keuzehulp Shimano cassettes
Tiagra CS-HG500
✓ Biedt de mogelijkheid om soepel en nauwkeurig te schakelen
✓ Licht van gewicht, dankzij de holle ruimtes in de tanden
✓ De nikkel coating zorgt voor een extra lange levensduur
105 CS-R7000
✓ Verniewd tandontwerp zorgt voor nog betere schakelprestaties
✓ Geschikt voor elk type renner dankzij de vele vertandingsmogelijkheden
✓ Erg duurzaam, gaat bijzonder lang mee
Ultegra CS-R8000
✓ Soepeler, lichter en sneller dan ooit
✓ Gemaakt van hoogwaardige materialen, voor een betrouwbare topkwaliteit
✓ Te monteren op vele groepen, waaronder de Ultegra en de Dura Ace 11 speed groepset
Dura Ace CS-R9100
✓ Zeer hoogwaardige kwaliteit die ook profrenners waarderen
✓ Extreeem slijtvast en daardoor bijzonder duurzaam
✓ Uitermate licht van gewicht dankzij gebruik van carbon spider