KURK IN JE SEALANT
Plastics en schadelijke stoffen horen niet in een fietsonderhoudsmiddel. EARTHLAB komt met een natuurlijk oplossing: kurk!
Shop de producten uit dit artikel.
Als je een goede fiets hebt, heb je een goed onderhoudsmiddel nodig. Zo eenvoudig is het. Dat is een van de uitgangspunten van EARTHLAB. De makers zien hun
onderhoudsproducten als cosmetica voor je fiets, maar dan wel gemaakt van ingrediënten die vriendelijk zijn voor de planeet.
Een van die producten is de antilekvloeistof voor tubeless-gebruik. In die Zero Flats Tubeless Sealant zit iets verstopt dat je aan een goed glas
wijn kan laten denken en het heeft een duurzame geschiedenis. Dankzij kurkdeeltjes wordt een lek in je band namelijk gedicht. Daarmee komt EARTHLAB met een natuurlijke oplossing in de wereld van de fietsonderhoudsmiddelen.
“COSMETICA VOOR JE FIETS, MAAR DAN WEL GEMAAKT VAN NATUURLIJKE INGREDIËNTEN”
Voor een innovatief merk als EARTHLAB, dat zich richt op duurzaamheid, is kurk een logische keuze.
Door gebruik te maken van kurkresten in producten benadrukt EARTHLAB hoe de industrie kan bijdragen aan een circulaire economie. Kiezen voor kurk is bewust kiezen voor een materiaal dat zowel ecologisch verantwoord, als praktisch in gebruik is.
Waarom EARTHLAB
Even terug naar het begin van EARTHLAB. Er zijn heel veel onderhoudsmerken op de markt. Vroeger gebruikten fietsfanaten gewoon autoshampoo om het frame weer te laten glanzen en andere huis-, tuinen keukenmiddelen voor de resterende werkjes, zoals
petroleum om de ketting schoon te maken, Dasty of andere heftige ontvetters om vetvlekken weg te krijgen en noem maar op. Tegenwoordig mikt een aantal merken steeds specifieker op fietsonderhoud, maar ook daar zie je veel synthetische middelen. Recent
kwam de trend richting biologisch afbreekbare producten, maar dat blijft een heel breed begrip en er is geen wetgeving rond. Zo mag je al iets ‘biologisch afbreekbaar’ noemen als 70% ervan binnen een maand tijd in enige vorm is afgebroken.
Zelfs producten van fossiele oorsprong zijn biologisch afbreekbaar. Je onttrekt zo echter nog altijd fossiele brandstoffen uit de bodem en dat is wat je op lange termijn niet wil. Dat kan je bezwaarlijk ecologisch noemen. Daarnaast blijft het heel onduidelijk wat er
qua restproducten overblijft. Soms ontstaat daardoor een minder goed product, of ontstaan microplastics, waaraan allerlei nieuwe chemicaliën zich kunnen
hechten. Zo krijg je nog ergere vervuiling.
Binnen haar eigen merken wilde FuturumShop dat probleem aanpakken. In de zoektocht naar het ultieme product en dankzij de doorontwikkeling met nieuwe partners groeide dit project uit tot een nieuw merk: EARTHLAB. Daar ligt de lat zo hoog mogelijk
qua duurzaamheid. Na heel wat onderzoek is het gelukt om een complete lijn te maken die volledig gemaakt is op basis van plantaardige ingrediënten.
“ELKE BOOM KAN WEL 200 JAAR MEEGAAN”
PERFECT PLANTAARDIG
Hoe de zoektocht naar het perfecte plantaardige
recept loopt, legt Martijn Merkx, Hoofd Productontwikkeling, uit: “In algemene zin zoek je naar plantaardige ingrediënten. Soms herken je de benodigde eigenschappen al door gewoon naar een plant te kijken. Glimmende bladeren bevatten een waxlaag als
bescherming. Die wax kunnen wij gebruiken in onze smeermiddelen. Andere planten bevatten plantaardige oliën die je kunt onttrekken. Door die wax of olie te combineren met andere natuurlijke ingrediënten ontstaat een wax- of olieproduct. Wanneer we die oliën te mengen met suikers, krijgen we een soort alcohol
waarmee een reinigende werking ontstaat die perfect is om bijvoorbeeld je ketting te ontvetten.” “We proberen ingrediënten waar mogelijk zo lokaal mogelijk te onttrekken. Goede voorbeelden zijn koolzaadolie en suiker, die beiden lokaal verbouwd worden en een belangrijk ingrediënt zijn voor bijvoorbeeld kettingwax, lagervet en carbon montagepasta.
De suikers voor de ontvetters komen bijvoorbeeld uit Groningen.”
Als het dan specifiek gaat over de EARTHLAB Zero Flats Tubeless Sealant, wil Merkx een vaak voorkomend misverstand uit de wereld helpen: “Veel mensen hebben het idee dat de korreltjes in de antilekvloeistof
het gat dicht maken, maar dat is niet zo. Het is meer een hechtmiddel en wij kozen daarbij voor kurk als perfect alternatief voor rubber of plastics. Dit cellulose vulmiddel geeft het product meer body. De deeltjes variëren in grootte. Ze zijn afkomstig uit Portugal als restproduct bij het snijden van onder
andere wijnkurken.”
“Je kan het zien als een rooster bij gewapend beton. Je legt dat erin om stevigheid te geven aan de rest. Aan de ene kant heb je een plantaardig, kleverig polymeer en dat combineer je met het vulmiddel, dat
het gaatje gaat dichten. Het is vergelijkbaar met een plastic maar is wel degelijk afkomstig van een plant. De sealant moet ook vloeibaar blijven in de band, maar dat is natuurlijk afhankelijk van de weersomstandigheden en waar de fiets opgeslagen staat. Bij
normaal gebruik blijft de sealant ongeveer een half jaar vloeibaar.”
De korreltjes zijn dus van een atypische oorsprong: “Ook daar vonden we een plantaardige toevoeging. Bij veel andere merken zie je dat ze als vulmiddel rubbergranulaat of microplasticdeeltjes gebruiken,
wat niet goed is voor het milieu. We hebben een road- en offroadvariant. Daarbij is de verhouding polymeer en surfactant (de stof die zorgt dat de vloeistof mooi verspreid wordt) net wat anders om met de hoge druk van de wegband om te gaan. De extra hoeveelheid polymeerdeeltjes vermijden dat
het dichtingsmiddel er volledig uitspuit voor het lek is gedicht. Dus nee, het gaat niet om grotere korrels voor de MTB- ten opzichte van de raceband.”
KURK IS MEER DAN EEN WIJNDOP
Om te zien hoe dat in zijn werk gaat, richten we onze blik op Portugal. De kurkindustrie is er diep geworteld in de geschiedenis en cultuur van het land. Portugal is verantwoordelijk voor bijna 50% van
de wereldwijde kurkproductie, en de kurkbossen, ook wel montados genoemd, zijn van onschatbare ecologische waarde. Deze uitgestrekte bossen, voornamelijk gelegen in het zuiden van het land, zijn niet alleen een bron van inkomsten, maar spelen ook een cruciale rol in de biodiversiteit en het tegengaan van klimaatverandering. De oogst van kurk is een
ambacht dat met zorg en vakmanschap wordt uitgevoerd en zoveel techniek vereist dat het vaak van vader op zoon wordt doorgegeven.
Vaak zie je de arbeiders in de Alentejo- of Algarve- regio als duo aan het werk rond één boom. Zo gaat het werk vlotter vooruit. Ze gebruiken daarbij een typische, lokaal gemaakte bijl en moeten uiterst
nauwkeurig kappen. Hoe goed ze in hun ambacht zijn, herken je vaak aan hoe groot het stuk kurk is dat ze van de boom hebben kunnen losmaken. Dat betekent dat ze de juiste hoeveelheid kracht hebben benut om de schors van de stam los te krijgen en dat ze mooi recht hebben gekapt. Te diep in de boom
kappen is een fatale fout, want dat kan het leven van de boom vroegtijdig beëindigen, en dat terwijl de kurkboom moeiteloos na elke oogst kan herstellen en opnieuw schors kan aanmaken.
Ontdek EarthLab Sealant
Wanneer je het werk met je eigen ogen hebt kunnen aanschouwen, besef je hoe speciaal die kurkoogst eigenlijk is. Wanneer de schors eraf is, is de naakte
stam ontbloot en volgens Portugezen wordt de boom daardoor rood van schaamte. Je herkent een net geoogste kurkboom dan ook aan zijn rode stam. De geur die vrijkomt, is nog zo’n kenmerk dat bijdraagt aan de magie.
Je zal eveneens een cijfer op de stam zien staan. Zo weet iedereen wanneer de laatste oogst op die bepaalde boom is gebeurd en dat het negen jaar moet duren voor het de volgende keer mag plaatsvinden.
Want misreken je niet, in Portugal is de kurk al sinds het gezegende jaar 1209 bij wet beschermd. Al sinds de Middeleeuwen is het verboden om een kurkeik zomaar om te leggen en de kurkoogst is streng gereglementeerd. De eerste oogst mag pas gebeuren als de boom al 25 jaar oud is en pas de derde oogst
voldoet aan de hoogste kwaliteit. Zo weet je al meteen dat dit een werk van lange adem is. De duurzaamheid van kurk ligt in het feit dat de bomen na de oogst gewoon blijven groeien en nieuwe schors vormen. De oogst zelf is dus niet destructief, in tegenstelling tot veel andere vormen van landbouw.
Elke boom kan wel 200 jaar meegaan. De kurkeikenbossen in Portugal zijn bovendien belangrijke CO2-opslagplaatsen en bieden onderdak aan tal van bedreigde diersoorten, zoals de Iberische lynx en de keizerarend. Het behoud van deze bossen is dus niet alleen van economisch belang, maar ook essentieel voor het milieu.
KURK ALS ECOLOGISCH WONDER
Kurk is een van de meest duurzame materialen ter wereld. Naast het gebruik als wijnstopper – de meest bekende toepassing – kent kurk talloze andere toepassingen. Het wordt gebruikt in isolatiematerialen, vloeren, schoenen, en zelfs in de mode-industrie
voor het maken van tassen en accessoires. De elasticiteit en waterbestendigheid van kurk maken het tot een veelzijdig materiaal dat zowel in de bouw als in het dagelijks leven zijn plaats heeft gevonden.
In de afgelopen jaren is kurk populair geworden als duurzaam alternatief in producten waar men voorheen synthetische materialen gebruikte. Kurk wordt bijvoorbeeld steeds vaker ingezet als basis voor yogamatten en surfboards. De hernieuwbare aard van kurk en de relatief lage impact van het productieproces
op het milieu maken het een aantrekkelijk materiaal in een wereld die steeds bewuster kiest voor milieuvriendelijke oplossingen. Belangrijk daarbij is dat er bij het fabriceren van kurkproducten quasi geen restafval is, want alles wordt wel op één of andere manier gebruikt of hergebruikt.
Kurk in je band
In de EARTHLAB Zero Flats Tubeless Sealant wordt kurk gebruikt als hechtmiddel. Het is een perfect alternatief voor rubber of plastics.
DÉ PORTUGESE BOOM
De kurkindustrie speelt een sleutelrol in de Portugese economie. Meer dan 100.000 mensen zijn direct of indirect afhankelijk van deze industrie, en het platteland, vooral in de regio’s Alentejo en Algarve, vaart wel bij de kurkproductie. De kurkeikenbossen bieden werkgelegenheid aan lokale gemeenschappen en
helpen om het plattelandsleven in stand te houden. Het werk is zwaar en vraagt letterlijk veel zweet en inzet, want enkel tussen midden mei en eind augustus, bij correcte weersomstandigheden, mogen de arbeiders aan het werk. In die warme maanden laat de schors namelijk het gemakkelijkst los van de stam. Dan weet je dat het puffen geblazen is, daar
in Zuid-Portugal. Niemand beter dan Paulo Tascia weet dit te duiden, want zijn job bestaat eruit om de kurkboom van zijn kostbare schors te ontdoen: “Dit is een fysiek veeleisende job, want je staat hier acht uur lang in een hitte van 40 graden met mieren in de buurt en vuil van het stof. Als we klaar zijn met ons
werk ’s avonds, zijn we compleet uitgeput.”
Zijn collega Carlos Manuel Da Rosa vult aan: “De ambacht wordt van generatie op generatie overgedragen, de manier waarop je de boom aansnijdt zonder de bomen te beschadigen. Na al die jaren is
onze ladder het enige dat is veranderd, want die was vroeger van hout en nu van aluminium.”
Ontdek EarthLab