Waar komt het vandaan?
Wij deden research bij de grootste fietskledingmerken in het assortiment van FuturumShop.
De landen in Europa en Azië zijn veruit de populairste voor de productie van o.a. fietskleding, fietsbrillen en schoenen. Een vijftal zaken viel ons op.
Intern of extern?
Een aantal merken produceert nog alles ‘ouderwets’ in eigen huis, maar steeds vaker zie je bedrijven die hun product uitbesteden. Een aantal van hen kopen bestaande producten in, en verkopen dit onder hun eigen naam.
Terwijl anderen hun product volledig zelf ontwerpen en dit door een andere fabriek laten maken en verpakken. Of merken kiezen voor eigen productie of om deze uit te besteden kan van meerdere factoren afhangen. Dit kan bijvoorbeeld zijn dat ze beperkt worden door hun eigen productiefaciliteiten
of het prijspunt dat ze willen hanteren. Een eigen productie opstarten kost veel startkapitaal, waardoor het prijspunt van het product een stuk hoger zal liggen. Een goed voorbeeld van een merk dat hun productie uitbesteedt is BBB Cycling. Dit merk heeft een zeer uitgebreid assortiment,
waardoor het voor hen niet haalbaar is om voor ieder product een eigen productielijn op te starten. Daarom kiezen zij ervoor om alle producten zelf te ontwikkelen, maar maken ze er zeker geen geheim van dat de productie elders plaatsvind. Met als voordeel dat ze voor iedere categorie ook
echt een productie-expert hebben.
“Een eigen productie opstarten kost veel startkapitaal”
Italiaanse trots
Italianen zijn trots op hun land en hun producten. Dit is in de fietswereld niet anders. Het Italiaanse vlaggetje en de woorden ‘made in Italy’ in product labels staan voor gegarandeerde stijl en kwaliteit.
Een voorbeeld hiervan is Q36.5, dat zowel hun productie als hun leveranciers zo dichtbij mogelijk wil hebben. Alles moet van binnen 350 kilometer rond de thuisbasis in Bolzano, in de Dolomieten, komen. Als extraatje voegen ze daar nog een stukje duurzaamheid aan toe. Zo komt een deel
van het textiel uit gerecyclede PET-flessen die in Florence worden verzameld. Daarnaast proberen ze defecten te repareren in plaats van te vervangen, zodat hun kleding zo lang mogelijk meegaat, met een lagere impact op het milieu. Een merk als Northwave produceert dan weer alleen de
topmodellen nog in het thuisland, terwijl de rest van het assortiment van elders komt. Sidi maakt nog een deel van haar schoenen in Maser, Italië, maar wijkt voor het andere deel uit naar de eigen fabriek in Roemenië. Zo zie je dat die merken voor de top van hun productlijn nog graag
uitpakken met termen als ‘Handmade in Italy’, maar voor de meer betaalbare modellen toch echt naar andere landen hebben moeten uitwijken om de kostprijs concurrerend te houden.
Portugal als Europese motor
De fietswereld heeft de afgelopen jaren een enorme verandering doorgemaakt. Vele Europese merken besloten om hun productie (deels) terug te halen uit Azië, om alles dichter bij huis te hebben.
Dat voor een lagere ecologische voetafdruk, maar ook om de transportkosten en -duur te drukken. Portugal speelde een sleutelrol in dat proces. Door slim gebruik te maken van Europees geld heeft het Zuid-Europese land een unieke positie ingenomen in de fietsindustrie.
Relatief lage arbeidskosten en een goede knowhow vormden de ideale basis om heel wat merken te verleiden. Zo zien we dat de fabriek van Carbon Team erin is geslaagd om de productie van een aantal carbon modellen van topmerken in de wacht te slepen. Maar ook bij onderdelen,
accessoires en kleding zien we steeds vaker ‘made in Portugal’ op het label verschijnen. Onder meer FUTURUM koos voor productie in Portugal en dat past helemaal in het plaatje van de keuze voor duurzaamheid. Productie dicht bij huis is niet alleen eenvoudiger voor het transport,
maar ook om er controle over te houden dat de kleding op de juiste manier wordt gemaakt.
De kracht van Shimano
Shimano blijft nog altijd investeren in de Japanse fabriek, waar zowel de topmodellen zoals Dura-Ace en Ultegra als de meer betaalbare modellijnen worden gemaakt.
Maar houdt het ook betaalbaar door voor de goedkopere lijnen uit te wijken naar eigen faciliteiten in China en elders. Toch kiest het ook voor de accessoires soms nog voor een fabriek in Japan. Die ‘Made in Japan’ op de verpakking, voegt toch echt
wel waarde toe aan het product. Verder zien we onder meer China, Maleisië en Cambodia als landen van herkomst, maar bij een aantal producten verschijnen Europese landen als Roemenië in het label. Terwijl bij hoogwaardige lijnen als de S-Phyre lijn,
Italië favoriet is. Dan komt de uitstekende reputatie van deze landen op het gebied van kleding toch wel bovendrijven. Bovendien vind je in Italië de meest gerenommeerde fabrikanten van broekzemen. Op die manier merk je dat Shimano niet alleen bij de
onderdelen de kwaliteit verhoogt door te kiezen voor het productieland met de beste reputatie, maar ook bij de fietskleding. Eveneens leuk om te weten is dat alle ontwikkeling en het design van de kleding bij Shimano Europe gebeurt. Inderdaad, dat is in Nederland, in Eindhoven, om precies te zijn.
Familiebedrijven met ambitie
Mooi om te zien is dat je zelfs in een competitieve wereld als de fietsindustrie nog echte familiebedrijven hebt. Abus is er daar een van, maar dat betekent niet dat er geen ambitie aanwezig is.
Waar het Duitse merk op alle duurdere fietssloten, zoals de Granit en Bordo, in duidelijke letters ‘Made in Germany’ plaatst, wijkt het voor de basisversies naar de eigen Chinese fabriek uit. De helmen worden daarentegen in Italië geproduceerd. Daar heeft het een nieuwe productiefaciliteit
gebouwd om de drie bestaande faciliteiten samen te voegen. Abus koos ervoor een bedrijf met jarenlange ervaring in fietshelmen over te nemen en direct te investeren en te innoveren. Daardoor kon Abus helmen als de Gamechanger 2.0 ontwikkelen, die goed scoren in zowel het profpeloton als bij de gewone wielrenner.
“Vele Europese merken besloten om hun productie (deels) terug te halen uit Azië, om alles dichter bij huis te hebben. ”
Ontdek meer duurzame verhalen